Ook zijn kwaliteit als schilder wordt allengs meer onderkend. Een grote solotentoonstelling in het stadhuis van Heerlen mag als een doorbraak gelden. Bellefroid behoort vanaf nu tot de grote kunstschilders van Limburg. Ook het noorden leert hem kennen. Willem Sandberg introduceert zijn werk in het Amsterdamse Stedelijk Museum op een overzichtstentoonstelling van Limburgse kunst in 1948.
De gouden jaren voor Edmond Bellefroid zijn aangebroken. Hij ontwikkelt zich tot een estheet. Perfectie in zijn voorkomen – liefst met vlinderdas - en perfectie in zijn ontwerpen. Actief op velerlei terrein.
Het artikel over Edmond Bellefroid gaat verder op pagina 3: Lees verder
steeds fris en telkens verrassend
Hij tekent, schildert, ontwerpt aardewerk, meubels en geboortekaartjes en geeft onderwijs. Daarnaast heeft hij zijn vaste betrekking bij De Sphinx. Zijn kunstvrienden kijken er meewarig naar: ‘een echte kunstenaar heeft geen baan’. Bellefroid gaat zijn eigen gang.
Loe Maas drukt Edmonds veelzijdigheid treffend uit in de monografie van 1953 ter gelegenheid van Bellefroids 60e verjaardag:
‘Een wereld van schijnbare tegenstrijdigheden is zijn kunstenaarschap dat, na een lange voorbereidingstijd, hevig en steeds fris en telkens verrassend openbreekt [...].’
Kentering
Hoe succesvol de eigentijdse serviesontwerpen ook zijn, circa 1937 neemt De Sphinx een raadselachtig besluit. Tegen zijn zin in wordt Bellefroid opgedragen om klassieke – of beter: ouderwetse – modellen te ontwerpen. Het klassicistisch aandoende en sterk op Wedgewood’s ‘Edmee’ gelijkende ‘Recamier’ is een van de resultaten. Het verkoopsucces van dit servies zal voor Bellefroid een schrale troost zijn geweest.
Oorlogs wreedheid
In de Tweede Wereldoorlog weigert Bellefroid om lid te worden van de Kultuurkamer. Om deportatie te voorkomen duikt hij onder en geraakt in het verzet. De intense wreedheid van oorlog ontloopt hij niet. Tijdens een bezoek aan Amsterdam pakken de Nazi’s Bellefroids getalenteerde zoon Marcel op. Na 6 weken hechtenis komt hij vrij, maar in die tijd heeft zich bij de jongen een niet te stuiten bottubercolose ontwikkeld. Hij sterft enkele maanden later op 21-jarige leeftijd.
Een nieuwe fase
De oorlog is voorbij. Bellefroid keert terug naar De Sphinx. Hij kan er niet meer aarden. Hij voelt zich belemmerd. De macht van de commerciële afdelingen is groot en behoudend. Telkens weer moet de kunstenaar met hen de strijd aan en Bellefroid is moegestreden. Hij grijpt de kans aan als het Klei-atelier van de Staatsmijnen te Brunssum hem vraagt voor de functie van artistiek leider. Bellefroid komt hier tot bloei en dat blijft niet onopgemerkt:
‘Al deze gebruiksvoorwerpen zijn zo sierlijk en origineel van vorm, zo artistiek in hun ornament en zo wonderlijk mooi van glazuur […]’, schrijft het Zuid. Katholiek Weekblad voor Brabant en Limburg in 1949.
Edmond Bellefroid
Pagina 2